Tip: Glas in lood museum Hengelo - interview met Bas Beckers

Ben je binnenkort in de buurt van Hengelo Overijssel? Plan dan een bezoek aan het leuke glas in lood museum-aan-huis van Bas Beckers! Dertig jaar lang had Bas een glas in lood atelier in Arnhem. Door de jaren heen verzamelde hij prachtige, veelal gebrandschilderde, glas in lood ramen. Deze ramen kun je nu bewonderen in zijn eigen museum-aan-huis! 

Bas kan enthousiast vertellen en heeft veel kennis over de techniek en geschiedenis van glas in lood. Je vindt in dit kleine museum zo’n tachtig ramen uit verschillende periodes. 

Twee bloeiperiodes 
Bas vertelt: “Als je kijkt naar de geschiedenis van glas in lood zijn er twee bloeiperiodes geweest. De eerste start met de gotiek, vanaf 1100 en duurt tot het eind van de reformatie. Gedurende de vele godsdienstoorlogen gaat veel kunst, waaronder glas in lood, vernietigd. Daarbovenop besloten de protestanten tijdens de dertigjarige oorlog (Duitse godsdienstoorlog) dat ze de katholieken ook de kans moesten ontnemen om nog van die ‘goddeloze’ gekleurde ramen te maken. In die periode zijn alle fabrieken in het zuiden van Duitsland (Bohemen) waar het gekleurde, mondgeblazen glas werd geproduceerd, met de grond gelijk gemaakt. Datzelfde gebeurde in Frankrijk, waar de Hugenoten de glasfabrieken in Elzas-lotharingen vernielden.” 

Corrosiegevoelig glas 
Na de vrede van Munster (1648) brak een rustiger periode aan vertelt Bas. Maar het was wel het einde van de bloeiperiode van glas in lood. Veel katholieke kerken werden geconfisqueerd en door de protestanten werd het gekleurde glas verwijderd of kapot gemaakt. In het museum vind je een paar raampjes van voor de vrede van Munster. Bas laat onder andere een oud raam zien waarvan het glas helemaal verweerd is (zie afbeelding). Daarover vertelt hij: “In de middeleeuwen kon je in Noord-Europa nauwelijks aan soda komen, een belangrijk bestanddeel van glas. Maar, op een gegeven moment ontdekten mensen dat als je as van varens of eiken toevoegde als grondstof kon het smeltpunt van 1400 naar 1200 verlaagd worden. Alleen ontstond daardoor glas dat veel corrosiegevoeliger was. Daar is dit raam een voorbeeld van.”

Ambacht sterft grotendeels uit
In de periode daarna werden wel ‘medaillonnetjes voor boven de voordeur’ gemaakt, vult Bas aan, maar gekleurd glas was er nauwelijks meer. Langzaamaan stierf het ambacht uit, er waren vrijwel geen mensen meer die konden brandschilderen of mondgeblazen glas konden maken. 

Pas als rond 1800 meer godsdienstvrijheid komt wordt er bij de katholieken weer meer nagedacht over het bouwen van kerken en kathedralen. Het maken van mondgeblazen glas en de finesse van het brandschilderen moest toen in feite opnieuw uitgevonden worden. 

Bas: “Het kost jaren om mondgeblazen (uberfang) plaatglas te leren maken. Gelukkig staan op verschillende plekken in Europa in die tijd mensen op om het ambacht opnieuw uit te vinden. Waaronder de familie Nicolas, een bekende Nederlandse glazeniersfamilie waar als 5 generaties glas in lood wordt gemaakt." 

Tweede bloeiperiode
Rond 1830 was de kennis van het glas en brandschilderen weer behoorlijk op peil in Europa en vanaf die tijd worden in Europa veel mooie ramen gemaakt. In het museum van Bas vind je grotendeels ramen uit die periode. Van neoclassicisme, neogothiek, art nouveau en art deco tot de Amsterdamse school, er zijn ramen uit verschillende stijlperiodes te bewonderen. Midden jaren ’60 begon kerkbezoek drastisch terug te lopen, aldus Bas. “De geldstroom om glas in lood te maken of restaureren werd kleiner en werden er nauwelijks nieuwe kerken gebouwd. Waar vanuit de 1% regeling vanuit de overheid nog veel in glas in lood werd geïnvesteerd verschoof daar de focus naar ruimtelijk werk. Ook vanuit de particuliere hoek droogde de vraag op. Veel glas in lood ateliers gingen over de kop en ook opleidingen stopten.” 

Ambacht om eindeloos door te leren
Pas midden jaren ’80 komt glas in lood weer een beetje in zwang en Bas start zijn atelier dan ook op het juiste moment. “Ik heb de basis van het ambacht van mijn vader geleerd, die voor al zijn neven en nichten geboorteramen met hun patroonheilige maakte. Ik heb jarenlang met veel plezier allerlei verschillende ramen gemaakt, veelal voor particulieren. Glas in lood maken is een ambacht en brandschilderen is ook weer een vak op zich. Er is eindeloos veel in te leren en over te vertellen. Ik geniet ervan om, nu ik met pensioen ben, mijn mooie verzameling en mijn kennis in mijn museum te delen!” 

Bezoekers zijn elk eerste weekend van de maand, of op afspraak, welkom!